Berichtje van een journalist van De Morgen: “Ik vroeg me af of ik u over de doorwerking van Mei ’68 op het vlak van de seksuele en sociaal-economische emancipatie van vrouwen en seksuele minderheden onderstaande vragen mocht voorleggen?” Uiteraard mag De Morgen dat. Het interview verscheen ingekort en enkel achter een paywall op de website van de krant. Hieronder de volledige versie. Met dank aan Lode Delputte voor de vragen.
U was in mei ’68 nog jong, en stond pas vanaf de vroege jaren 70 op de barricades? Niettemin: wat onthoudt u uit die tijd, voor wat de emancipatie van holebi’s betreft?
Emancipatie van holebi’s was mij toen totaal vreemd. Ik zat stevig vastgeschroefd in de kast. Dat zou zeker nog zes jaar duren. Het is anders begonnen. Ik was dertien in 1968. Iets te jong dus om op de barricaden te gaan staan en de matrakken te voelen. Maar ik werd er wel snel in geslingerd. In 1973 schreef Paul Van Den Boeynants (foto) een wetsontwerp waarin stond dat studenten geen uitstel van legerdienst meer konden krijgen als ze naar de universiteit gingen. Als 17-jarige scholier vond ik dat uiteraard niet leuk. En dus reageerden we op de oproep van die soixanthuitards om daartegen te staken. Ik had over dat woord nog nooit nagedacht in de katholieke Bisschoppelijke Normaalschool waar ik toen zat.
De klik kwam toen ik op de tweede stakingsdag pamfletten (wat nu flyers heet) van het stakerscomité stond uit te delen op de grote markt van Sint Niklaas. Er kwam een meneer op mij af die mij vroeg of hij 10 exemplaren kon krijgen. Op mijn vraag waarom antwoordde hij: “We zijn thuis met veel”. Ik reageerde als de schooljongen die ik was en gaf hem de 10 pamfletten. Net op dat moment kwam er een een meisje van Amada (‘Alle Macht aan de Arbeiders’, de PVDA van toen) op mij af en vroeg je of ik eigenlijk wel doorhad wie die meneer was. Neen dus. Hij was van de BOB, de flikken in burger van de rijkswacht. Mijn visie op de politie was meteen gevormd. Ik heb later ook gezegd dat ik tijdens die drie dagen scholierenstaking meer geleerd heb dan tijdens het hele schooljaar. Ik herinner me nog dat ik de eerste schooldag na de staking in de klas gewoon in slaap viel. Ik was uitgeput. Maar mijn mei ’68 was geslaagd. Vanaf dan was ik ook iemand op school. Niet meer dat bange jongetje dat gepest werd. Een van de leerkrachten is dat schooljaar ontslagen omdat hij een rol in die staking had gespeeld. Door een schooldirecteur die ons probeerde wijs te maken dat we misleid waren door wat hij ‘beroepsagitatoren’ noemde.
Wat woog voor u door: de sociale emancipatie en linkse strijd? De seksuele bevrijding en individuele vrijheid?

Sociale emancipatie is linkse strijd. Zonder die strijd ook geen seksuele bevrijding. Seksuele bevrijding is voor arme mensen een verre droom. Daarvoor heb je een zekere levensstandaard nodig. Voor mij is het altijd een én + én verhaal geweest. En dat is voor mij héél emotioneel. Ik hoef de trailer van de Britse film Pride nog maar te zien en ik schiet vol. Een groep holebi’s uit Londen die solidariteit organiseert met stakende mijnwerkers in de hel van Thatcher. En dat lukt nog ook! Ook dat is mei ’68. Die film gaat over een belangrijk stuk van mijn leven.
Was de emancipatie van de (toen nog niet zo genoemde) LGBT+ een duidelijk afgelijnde strijd met heldere objectieven? Of had je ook toen al een ‘discretere’, ‘meer burgerlijke’ etc. homobeweging?
Ik heb er bij de organisatie van de jaarlijkse Pride steeds mee voor gepleit dat we er niet alleen een feestje van maken maar er ook een duidelijk eisenplatform aan koppelen. Dat is nog altijd het geval en daar mogen we in België fier op zijn. Het is boeiend elke dag geconfronteerd te worden met een nieuwe afkortingen. Iets wat begon als een exclusieve club van homomannen in de jaren ’60 en intussen geëvolueerd is naar een inclusieve beweging waar bij manier van spreken elke dag een nieuwe categorie zich kan aanmelden – en al dan niet met open armen ontvangen wordt. Die beweging was in het begin echt wel heel braaf. Jij noemt dat burgerlijk maar dat is niet echt een term die de lading dekt. Men was gewoon bang. Daar is verandering in gekomen nadat in 1969 een groep bezoekers van de homobar Stonewall Inn in New York (zie dit verslag van Mark Segal) de politie dagenlang bestookte met alles wat los en vast zat. Ze waren de dagelijks pesterijen en vernederingen beu. Iets wat vandaag vooral jonge gasten met een kleurtje overkomt, ook hier. De stonewallrellen zijn het mei ’68 van de LGBT-beweging geworden. Vanaf toen waren er grote manifestaties in de VS. En ook hier intussen. De Pride in Brussel trekt jaarlijks tienduizenden bezoekers.

Mijn grootste bekommernis vandaag: de beweging is opnieuw bang. Zeker in Vlaanderen, waar de N-VA de subsidiekranen bedient. Het werkt hoor: de N-VA schoffeert het Minderhedenforum en roostert het gelijke kansencentrum Unia. De rest van het middenveld verkrampt. Ik stel het nu misschien wat eenzijdig voor maar je voelt ook in de LGBT beweging de terughoudendheid om nog aan systeemkritiek te doen. Die moeten immers ook hun personeel kunnen betalen. En het is volkomen terecht dat de overheid daar mee voor zorgt. Nu hangt er aan elke druppel subsidie wel minstens één voorwaarde. Als die subsidie er nog komt. Safe Havens, een project dat door koepelorganisatie Çavaria werd opgezet om homoseksuele asielzoekers op te vangen is zijn subsidies kwijt. Omdat er geen asielzoekers meer zijn die deze hulp nodig hebben? Het tegendeel is waar.

Een veelgehoorde analyse is dat de seksuele bevrijding doorgeslagen is richting (en ingekapseld is in) onstilbare consumptiedrang en vermarkting. Bent u het hiermee eens of niet?
Onder het kapitalisme hebben homo’s één ding alvast bereikt: ze worden erkend als een markt. Maar dat splijt die gemeenschap ook uiteen in klassen. Armoede neemt toe, ook bij holebi’s en transgenders. Consumptiedrang en vermarkting zijn volgens mij niet het hoofdprobleem. Ik gun het homo’s dat ze een paar keer per jaar naar commerciële homoparadijzen als Gran Canaria trekken op zoek naar zon, zee en seks. Ik heb daar de centen niet voor en vele anderen ook niet. Dat ligt dus héél dubbel. Er circuleert een foto op het internet waarop je op een naaktstrand op Gran Canaria witte mannen ziet lopen op. Op de achtergrond zijn zwarte mannen te zien die duidelijk aangespoeld zijn. Een pijnlijke confrontatie tussen homo’s die het goed hebben en asielzoekers die niks hebben.
Die vermarkting gaat trouwens al eens samen met repressie. In 1995 werd in het Bouwcentrum (Nu Antwerp Expo) aan de Van Ryswycklaan in Antwerpen de ‘Gayfair’ georganiseerd. Een beurs waarop bedrijven hun producten konden aanbieden aan het beter betaalde deel van de homowereld. Het Aids Team (nu een deel van Sensoa) draaide daar een video met tips over veilig vrijen. Een braaf filmpje hoor, zeker geen hardcore porno. Maar de politie legde de videovertoning stil met als drogreden dat er ook min achttienjarigen op de beurs rondliepen. Ik vertel dit niet alleen omdat het de gespletenheid van onze zogenaamde vrijheid duidelijk maakt. De politie trad op tijdens de eerste dag en vermits de beurs het hele weekend liep konden we op zondag een reactie organiseren. Ik was toen actief in het Roze Aktiefront (RAF) een linkse organisatie die helemaal in de sfeer van mei ’68 de macht uitdaagde. We besloten dag twee van de beurs een eigen video over safe sex te draaien en daarvoor de pers uit te nodigen. De media waren er. De politie niet. We hadden gewonnen. Kijk, dat geeft duidelijk aan waarom je militante actiegroepen nodig hebt die niet afhankelijk zijn van subsidies. En dat hebben we vandaag in België niet.
Zijn de idealen van de jaren zestig en zeventig – tegenwoordig gevat in het containerbegrip Mei ’68 – anno 2018 grosso modo bereikt? Waarom (niet)?
Het neoliberalisme geeft vandaag de toon aan. Hoe denk je daarmee de idealen van solidariteit en gelijkheid te realiseren? Holebi’s en transgenders zitten nog altijd in de tang. Er wordt veel gesproken over homofoob geweld in de publieke ruimte. Terecht. Maar is er méér geweld. Uit een steekproef bij 656 holebi’s en 248 transgenders blijkt dat 26,5 procent van hen al één of meerdere pogingen tot zelfdoding heeft ondernomen. Meer specifiek heeft 22 procent van de holebi’s en 38,7 procent van de transgenders zich één of meerdere keren van het leven proberen te beroven. Dat is geen klaagzang van een oude strijder. Ook jongeren voelen dat. Ik zag onlangs een interview met twee kandidaten van Mr Gay Belgium. Dat is een schoonheidswedstrijd op maat van het bedrijfsleven en dus niet bepaald een broeinest van hemelbestormers. Jaimie Deblieck en Falko De Bolster zeggen in dat interview dat “het – in tegenstelling tot wat iedereen denkt – de slechte kant opgaat.” De kandidaten van Mr. Gay Belgium kiezen elk een thema waar ze hun persoonlijke campagne aan ophangen: geloof, homoseksuele kinderen, problemen bij coming-out, de discriminatie van holebi’s in de sport… Die gasten zijn dus op hun manier terug militant.
U bent vandaag politiek actief in de PVDA. In hoeverre stond haar voorloper, Amada, destijds ook voor seksuele emancipatie op de bres?
De Amadezen kwamen grotendeels uit mei ’68 en dat was toch wel ook een stuk seksuele revolutie. Maar het was om evidente redenen geen prioriteit. Toen ik op een PVDA-vergadering over een verkiezingscampagne in de jaren ’80 mijzelf een beetje zenuwachtig voorstelde als kandidaat op de lijst met de omschrijving ‘actief in de homobeweging’ kreeg ik tot mijn verbazing gewoon wat instemmend geknik. Niet dat er geen discussies waren. Maar die gingen niet over mijn homoseksualiteit maar vooral over ‘waarom maak je daar nog een strijdpunt van?’. In de documenten van het stichtingscongres van 1979 duikt voor het eerst de de steun aan de strijd tegen discriminatie omwille van seksuele geaardheid op. De PVDA heeft intussen ook een eigen LGBT+ groep met de passende naam Mix.
Lang geleden, op 5 mei 1990 organiseerde de beweging voor het eerst sedert lang een Pride (toen heette dat nog Roze Zaterdag) in Antwerpen. Van grote camions met daarop reusachtige luidsprekers was toen nog geen sprake en we waren toen op zoek naar een minimum aan geluidsversterking. Ik ben toen op het PVDA-secretariaat wat men toen een ”radiowagen‘ noemde gaan halen. Dat was geen auto maar een primitieve versterker met twee grote toeters om op een auto te monteren. De PVDA heeft ons toen letterlijk en figuurlijk een megafoon gegeven.
Zie ook: PVDA ge-Mixt