Je kent hem misschien al van het interview dat hij aan De Morgen gaf. Op 15 mei kwam ik Jaouad Alloul tegen op het Diversity festival van jongerenorganisatie Red Fox. Hij had net een speech gehouden waarin hij uitlegde hoe hij als homo met Marokkaanse roots in deze maatschappij staat. Een tekst waarin “vakjes” in vraag worden gesteld en uitgelegd wordt hoe gelaagd en ingewikkeld identiteit kan zijn.
Diversiteit! Eenheid! Samenhorigheid! Gelijkheid!
Het zijn woorden die we snel in de mond nemen, maar in feite begrippen die we tot op de dag van vandaag nog niet ten volle bevatten, laat staan ervaren.
Je zou er bijna gedemotiveerd en uitgeblust van raken. Wat is hetgeen wat ons drijft? Wat is ons uiteindelijk doel? Dit zijn vragen waar we zelden lang genoeg bij stilstaan. Sommige mensen stellen zich deze vragen nooit. Misschien moeten we stoppen met naar doelen toe te werken en ophouden met op voorhand allerlei uitkomsten te berekenen.
Misschien moeten we stoppen met strijden en gewoon toegeven dat er nooit iets zal veranderen.
Maar als we eerlijk tegen onszelf zijn, weten we dat we dit nooit zullen doen. We zullen blijven strijden. Omdat we ieder op onze manier discriminatie ervaren hebben of nog steeds ervaren. We worden er ons bewuster van dat het een strijd is waarin we vele klappen krijgen, maar dat het een strijd is die we nooit mogen opgeven. Een strijd die door jarenlange opeenstapelingen niet als een strijd aanvoelt maar als een natuurlijke reactie.
– Ik ben opgegroeid in een buurt waar ik werd bekeken door de man van de gazettenwinkel, omdat hij bang was dat ik iets uit zijn dierbare winkel zou nemen.
– Ik zat op een school waar ik Marokkaan zijnde bij een minderheid hoorde en ik in bepaalde studierichtingen werd geduwd omdat ik het toch niet zou aankunnen.
– Ik ben uitgelachen geweest omdat ik tijdens mijn puberteit bijna 100 kg woog en hierdoor niet aan een bepaald schoonheidsideaal voldeed.
– Ik ben dagelijks belachelijk gemaakt geweest vanwege mijn homoseksualiteit, ver voor ik er zelf vrede mee had genomen.
– Keer na keer kreeg ik geen reactie, terwijl ik een bekwame cv en motivatiebrief opstuurde.
Ver voor ik zelfstandig voor mezelf kon zorgen en nadenken werd ik al in vakjes gestopt. Daarna ben ik zelf deze vakjes beginnen leven te geven door ze te geloven. Terwijl ik eigenlijk maar in 1 vak pas en ik het woord vak onwaardig vind.
Ik ben mens. Onze stambomen gaan zo ver dat we niet weten wat onze roots zijn en wie waar juist vandaan komt. Mijn bloed is rood net zoals iedereen en ik heb een hart dat klopt. Net als jij. Als jullie. Ons.
Als ik pijn heb, dan huil ik, als ik vreugde ken, dan lach ik. Als wij pijn hebben, dan huilen we en als wij vreugde kennen dan lachen we.
Misschien moeten we gewoon alle beelden, alle hokjes en vakjes laten vallen. Beelden die we denken nodig te hebben om elkaar te verstaan en in te delen, te definiëren.
Beelden van hoe een man of een vrouw zou moeten zijn. Beelden hoe iemand reageert afhankelijk van welke cultuur of geloofsbelijdenis zij hebben. Beelden van wat schoonheid is of zou moeten zijn en beelden van wat intelligentie is.
We zijn allemaal anders en dat is waar diversiteit om draait. We kunnen niemand veranderen, maar we kunnen wel proberen om iedereen te leren kennen en wie weet te houden. We kunnen van elkaar leren om zo te groeien en om te leren samen te leven.
Wat we vooral moeten leren is communiceren.
We fronsen snel onze wenkbrauwen wanneer er een ongepaste vraag word gesteld. Maar zelfs in de meest onwetende vraag, schuilt nieuwsgierigheid. Wij klagen snel over anderen, terwijl eerlijkheid door middel van directe communicatie tegenover de beklaagde het beste is. Zelfs de meest ruimdenkende onder ons kunnen raar opkijken als ze iets ongekend en onaangekondigd zien.
We zijn mens en we zijn gemaakt om fouten te maken en om vol fouten te zitten.Laat ons van elkaars fouten leren en zo de ander een hart onder de riem steken.
Trots mag ons niet in de weg staan, hij moet er zijn voor ons dat duwtje in de rug te geven om zo diversiteit meer te omarmen.
Laat jezelf niet in een hokje steken, maar wees jezelf in je volle complexiteit. Het is die diversiteit en het feit dat iedereen uniek is, dat de wereld zo mooi maakt.
“Diversity may be the hardest thing for a society to live with, and perhaps the most dangerous to be without.”
Jaouad Alloul
Jaouad Alloul met Klaartje Van Kerckem, projectcoördinator van Merhaba. Lees ook de oproep van Merhaba: Mensenrechten zijn een zaak van alles of niets