De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) vindt dat alle homo’s preventief één pil per dag moeten slikken om besmetting met hiv, het virus dat aids veroorzaakt, te voorkomen. Men heeft het over PrEP, een combinatie van bestaande hiv-medicatie, verspreid onder de merknaam Truvada. Afspraakje maken met uw huisarts?
Eigenlijk bevestigt de WHO met haar richtlijn wat we al lang wisten: de preventiecampagnes tegen hiv falen. Homo’s (of breder: mannen die seks hebben met mannen, afgekort is dat MSM) worden onvoldoende bereikt en beïnvloed. De boodschap dringt niet door. Je moet geen grote vriendenkring hebben om dat te weten. Verhalen van mannen die elkaar neuken zonder condoom en andere mannen die zich daarover verbazen kan je elke dag horen. En zo is intussen 1 op de 20 mannen via homoseksuele contacten besmet. Het virus heeft zich genesteld in deze groep. Het is een ‘minderheid’ waar het beleid zich nauwelijks druk om maakt.
Met de bevolkingsgroepen die men het etiket ‘minderheid‘ geeft wordt altijd hetzelfde ideologische trucje uitgehaald: ze zullen hun problemen zelf wel gezocht hebben. Zoals armoede zich nestelt in de lagere (en gekleurde) lagen van de bevolking wordt hiv ‘ondergebracht‘ bij de perverten van deze wereld: mannen die in elkaars kont zitten. Dat moeten ze dan maar niet doen. Ergens op de achtergrond hoor je Monseigneur Léonard ‘Immanente Rechtvaardigheid’ roepen. Mannen die seks hebben met mannen lopen 19 keer meer risico om het virus op te doen dan de gemiddelde bevolking. En er is ook goed nieuws: de verspreiding van hiv bij de algemene populatie neemt af . Niet dat hetero’s zoveel slimmer zijn. Bij een onderzoek aan de universiteiten van Hasselt en Gent bij 480 studenten verklaarden zes op de tien ondervraagden dat hiv wordt verspreid door muggen. Dat is dus niet zo.
Het kan nog erger: Ebola
We mogen ons gelukkig prijzen dat we in Europa wonen en dat er een strijdbare LHBT-beweging is die hier en in de VS van zich weet af te bijten als het over hiv gaat. Het feit dat we in een land leven met een fatsoenlijke levensstandaard is echter de belangrijkste reden voor het bestaan van preventie en medicatie tegen hiv. Ebola, een vergelijkbare ziekte, bleef in Afrika en daar zie je de gevolgen van. Amit Sengupta schrijft: “We kennen het ebolavirus al veertig jaar, maar tot nu toe is er nooit een vaccinatie of remedie voor ontwikkeld. Geen enkel farmaceutisch bedrijf is geïnteresseerd in de ontwikkeling van een remedie voor een ziekte die armen treft, die geen hoge prijzen voor dure medicijnen kunnen betalen. Het is opvallend dat het enige experimentele medicijn ZMapp dat op tafel ligt, ontwikkeld wordt door een bedrijfje dat volledig draait op publieke financiering. Dit is ook het geval bij andere verwaarloosde ziektes, zoals Kala Azar, malaria, tuberculose, de ziekte van Chagas en vele anderen. Zulke ziektes worden genegeerd door de onderzoeksindustrie omdat ze de honger naar winst van farmaceutische corporaties niet kunnen stillen.” De Nederlandse topman van farmaceutisch concern Bayer, Marijn Dekkers, verklaarde onlangs op een conferentie dat een nieuw middel tegen kanker alleen bedoeld is voor mensen… die het kunnen betalen. De internationale hulporganisatie Medecins Sans Frontieres (MSF) was woedend. De organisatie liet in een verklaring weten dat Dekkers staat voor “alles wat er mis is” met de farmaceutische industrie.
Is aids dan toch een homoziekte?
Mensen van mijn generatie herinneren het zich nog wel: in de eerste berichtgeving over aids in de jaren tachtig maakten vriend en vijand zich sterk dat het een homoziekte was. Het duurde jaren voor die mythe sneuvelde. Aids heeft geen seksuele voorkeur. Aids is zoals elke virus: het verspreidt zich waar de mogelijkheid zich aandient. Dat wil zeggen: bij de sociaal, economisch en psychologisch zwakkeren. Dat geldt zowel voor de homo’s in het Westen als voor de Afrikanen. Waarom zegt de WHO dan niet dat ook alle Afrikanen aan de hiv-preventiepil moeten? Het antwoord ligt voor de hand: in Afrika is er gewoon geen geld om dat te betalen. En zelfs naar België komen is niet altijd de redding. Liesbeth Homans werd erop betrapt dat ze asielzoekers zonder papieren… hiv-medicatie weigerde.
De Prepjanet
Stel je het maar eens voor: zo’n bende Russische jongeren die in St. Petersburg een afdeling van Occupy Paedophilia hebben opgericht waarmee ze jonge homo’s mishandelen en de beelden daarvan op het internet zetten. Of die kerels in Charleroi die onlangs een homo aanvielen en folterden. Eerst waren ze op zoek naar buit, snel kregen ze door dat ze een homo voor zich hadden. Hoe kom je zoiets te weten? Als het aan de WHO ligt hebben velen onder ons binnenkort een pilletje op zak waaraan je ons extra kunt herkennen: ‘Een Prepjanet in mekaar slaan’ zou wel eens een nieuw begrip kunnen worden.
Preventie liever dan pillen
Het is onmogelijk om na decennia wanbeleid de zaak recht te trekken met een pilletje per dag zoals de WHO nu voorstelt. Sensoa, de door de overheid gecontroleerde instantie die zich ondermeer met hiv-preventie dient bezig te houden formuleert het zo: “Sensoa hoopt dat er ook in ons land een implementatiestudie wordt opgezet die onderzoekt hoe PrEP efficiënt en effectief kan worden ingezet. (…) Voor Sensoa blijven de andere strategieën echter minstens even belangrijk. Zo kan ook het aanbieden van gratis condooms en glijmiddel in homo uitgaansgelegenheden ook nog bijkomende aandacht en investeringen gebruiken. Deze laatste blijven immers de beste optie voor homomannen om naast hiv ook de overdracht van diverse andere soa tegen te gaan….”
De vraag is ook of je de moeizaam opgebouwde (en nog lang niet voldoende verspreide) cultuur van veilig vrijen en condoomgebruik niet onderuit haalt met dit pilletje. Eén van de tegenstanders is hiv-patiënte en activiste Sylvia de Ruguma: “Jarenlang hebben we geïnvesteerd in het belang van veilige seks, en dat gooien we nu overboord, want er is PrEP.” Ook vindt ze het onverteerbaar dat er nu een preventief middel is, terwijl er wereldwijd nog niet overal gezondheidszorg is voor mensen die al met hiv besmet zijn. Jeroen Borghs van de Vlaamse koepel van holebi- en transgenderorganisaties: “Çavaria ziet mogelijkheden voor het preventieve gebruik van hiv-remmers, maar niet voor elke homo- of biseksuele man. Je seksuele oriëntatie mag niet de basis zijn voor extra preventieve maatregelen. De basis moet zijn de mate waarin je risico loopt. Voor risicogroepen binnen de groep van MSM kan deze aanvullende maatregel dan ook heel nuttig zijn. Mensen die samen zijn met iemand die seropositief is bijvoorbeeld, of mensen die aan seksdating via het internet doen, of homosekshoreca frequenteren.”
Extra kwetsbaarheid vraagt om extra zorg
Jeroen Borghs: “Dat er specifiek wordt ingezet op hiv-preventie bij MSM is dan ook niet meer dan normaal. Statistisch onderzoek toont aan dat homomannen gemiddeld meer wisselende partners hebben. Anale seks houdt bovendien veel meer risico tot overdracht van het hiv-virus in. Doordat hiv al sterk aanwezig is onder homomannen blijft het risico om met het virus in contact te komen dan ook heel hoog.” Het probleem zit trouwens niet enkel bij anale seks en/of wisselende partners. Alle homo’s kunnen nog steeds het slachtoffer worden van andere problemen. Volgens een Canadese studie uit 2009 stond hiv vooraan bij de problemen waarover homomannen zich zorgen maken. Maar de helft van de ondervraagden kloeg ook over verhoogde stress en angstgevoelens. Robert Rousseau is directeur van Rézo, een organisatie die zich het welzijn van homo’s in Canada aantrekt. Hij zegt: “Homo’s hebben te kampen met specifieke problemen: uitingen van homofobie, schrik om op het werk ge-out te worden, angst om afgewezen te worden omwille van hun seksuele geaardheid en andere.” Het is dus zeker niet zo verstandig om homo’s op te delen in ‘losbandige‘ en ‘minder losbandige’ soorten. Mensen die (gedwongen) in de kast blijven zijn doorgaans ook minder goed geïnformeerd over hiv en veilig vrijen. Naar aanleiding van de Werelddag van de Suïcidepreventie roept Çavaria de minister van Welzijn op specifiek in te zetten op extra kwetsbare groepen. “Een algemeen suïcidepreventiebeleid heeft weinig effect op de zelfdodingscijfers bij jonge lesbische meisjes en transgenders” zegt Jeroen Borghs. “Onderzoek toont aan dat 62% van alle transgenders ooit met zelfdodingsgedachten zat. 12% deed effectief een suïcidepoging. Bij jonge lesbische meisjes is dat respectievelijk 56% en 14%.”
Wie bekommert zich om onze gezondheid?
Zowel Çavaria als Sensoa wijzen op de goede voornemens van de overheid. Borghs: “Het nationaal hiv-plan dat in september 2013 werd voorgesteld door ontslagnemend minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS) erkent de stijgende besmettingscijfers bij MSM en hecht dan ook veel belang aan deze doelgroep. Het plan voorziet onder meer een studie naar het gebruik van hiv-remmers als preventieve maatregel in de strijd tegen hiv. Dat is ook wat de WHO in haar nieuwe richtlijnen vraagt. Çavaria wil dat er dringend middelen worden vrijgemaakt om deze studie te kunnen uitvoeren en met de resultaten ervan een beleid te kunnen uittekenen.” Hij voegt er zuinigjes aan toe: “Na een plan volgt er doorgaans actie, en daar schiet het voorlopig nog wat tekort.” De strijd tegen hiv was één van de belangrijkste eisen van Çavaria in de voorbije verkiezingscampagne. Zoals ook de strijd tegen homo- en transfoob geweld in hun verlanglijstje stond. Ook bij dat laatste ‘schiet het voorlopig nog wat tekort’.
Wie zal dat betalen?
Alle westerse overheden bezuinigen zich ziek, ook in de budgetten van de gezondheidszorg. Dat weten ze bij de WHO ook wel. We zitten bovendien nog met de nieuwe sport om zoveel mogelijk zieke mensen met een schuldgevoel op te zadelen. Wie het aan zijn longen heeft had maar niet moeten roken. Anale seks is toch niet normaal? Stop daar dan gewoon mee en je zal niet besmet raken. We gaan toch geen 800 euro per maand (het bedrag dat één pilletje per dag aan de ziekteverzekering zou kosten) besteden aan de gevolgen van dit soort viezigheid? Hulp is er enkel voor wie dat echt nodig heeft zegt Liesbeth Homans. Lees: voor zo weinig mogelijk mensen wat er is geen geld. De vraag wie dat zal betalen dient echter voorafgegaan te worden door ‘Hoeveel moet dat hier kosten?’. We weten immers dat de geneesmiddelenindustrie gigantische winsten maakt en daarbij nauwelijks wordt afgeremd door de overheid. Vele medicijnen hoeven echt niet zo duur te zijn als je dat beter regelt. Maar we zijn nog lang niet toe aan een Kiwimodel van PVDA-dokter Dirk Van Duppen. De Deense wetenschapper Peter Gøtzsche werd geïnterviewd voor een artikel in het weekblad Humo (24 juni 2014) over medicatie tegen kanker. Hij komt tot het besluit: “We zouden beter zélf medicijnen ontwikkelen – de meeste echte doorbraken komen toch voort uit academisch onderzoek dat is betaald met belastinggeld. En dan kunnen we ze tenminste verkopen voor betaalbare prijzen.”
Info over hoe je een besmetting kunt vermijden met hiv, het virus dat aids veroorzaakt.