MNM-dj Bert Beauprez heeft zijn coming-out gedaan. Via de media. Net zoals Will Ferdy in 1970. De reacties waren overwegend positief. Maar dat durfde hij – net zoals zijn illustere voorganger – niet eens hopen.
“Dit ging veel reacties opleveren en of dat goeie of slechte zouden zijn kon ik echt niet inschatten” zei hij in Reyers Laat. Het heeft Bert vijf jaar gekost alvorens hij het aan zijn ouders vertelde. Hij noemt zichzelf een ‘stoem kieken’ omdat hij zo lang heeft gezwegen. Maar hij wil vooral mensen inspireren om niet dezelfde fout te maken.
Hij kwam zijn coming-out toelichten in de talkshow Reyers Laat op woensdag 18 september. Zaten mee aan tafel: artiest Jan De Cock, policitus Bart De Wever, journalist Marc Van de Looverbosch en moderator Lieven Van Gils. Het had een mooi gesprek kunnen worden over hoe langzaam de dingen erop vooruit gaan: bijna een halve eeuw na de coming-out van Will Ferdy blijkt het voor de BV’s – en in het verlengde voor iedere holebi – van vandaag nog altijd wikken en wegen of en wanneer ze uit de kast komen. Het zet je aan het denken over het werk dat je in de holebi- en transgenderbeweging doet en over de hardnekkigheid van homofobie, ook in je eigen hoofd. Of om het met een quote uit de nieuwe brochure Recht op Liefde te zeggen: “hoe wijdverspreid vooroordelen, discriminatie en ongelijke behandeling van holebi’s en transgenders blijven bestaan, en de lange weg die nog af te leggen is vooraleer seksuele diversiteit volledig maatschappelijk aanvaard is.” Maar dat was naast Bart De Wever gerekend. Hij zal het gesprek een islamofobe wending geven en in functie daarvan andere sprekers twee keer onderbreken.
Na het verhaal van Bert ontspint zich onderstaande discussie.
Bart De Wever: “Ik ben er nogal optimistisch over. Ik denk dat Vlaanderen anno 2013 er klaar mee is. Homoseksualiteit is een normaal gegeven en dat is heel breed aanvaard. Al hebben we bepaalde tegenbewegingen in onze samenleving – zeker in onze steden – die we toch moeten duiden als problematisch.” De toon is gezet. ‘Wij, Vlamingen’ hebben geen problemen meer met homoseksualiteit. Eigenlijk herhaalt hij hier wat hij reeds schreef in zijn column die in 2006 verscheen. Als er nog problemen zijn worden ze veroorzaakt door de islam. Op de vraag van Lieven Van Gils wat hij precies bedoelt antwoordt De Wever met het gezicht van een betrapte misdienaar: “Ik ga hier misschien veel moeilijkheden mee krijgen, maar je ziet heel duidelijk dat bij de moslimjongeren er een herislamisering bezig is sedert de jaren ’80 in een veel radicalere en rechtlijniger islam en dat de afwijzing van homoseksualiteit daar toeneemt in plaats van afneemt. Het is bijna apartheid: de hele samenleving gaat naar aanvaarding en zij gaan naar verwerping. Gaybashing komt op in mijn stad. Ik zie dat heel duidelijk. We hebben zelfs in een nieuw meerjarenplan een convenant met het Roze Huis om aan sensibilisering bij de moslims te gaan doen en bij het zonaal veiligheidsplan van de politie heb ik gaybashing als aandachtspunt gegeven. Dat neemt hand over hand toe.”
Apartheid????
Interessant hier is dat De Wever het begrip Apartheid gebruikt. Dat is een vorm van racisme die we kennen uit de geschiedenis van Zuid-Afrika. Het apartheidsregime beschouwde de zwarte Zuid-Afrikanen als tweederangsburgers. Dat was niet iets waar ze zelf voor kozen, maar wat hen was opgelegd door een witte minderheid. Het woord is in deze context dus absoluut niet op zijn plaats. Bart De Wever geeft er een nieuwe betekenis aan: apartheid is vanaf nu een zelfgekozen vorm van isolement waarin moslims blijkbaar wensen te leven. Dat is klinkklare nonsens.
“Gaybashing komt op in mijn stad” zegt De Wever, meer nog: “neemt hand over hand toe”. Uiteraard worden we verondersteld de gedachtegang te volgen en in onze fantasie een legertje moslims te zien die, vanuit een zelfgekozen getto, homo’s te lijf gaan.
Bart De Wever kan ons echter onmiddellijk gerust stellen: de politie is gealarmeerd en het Roze Huis is ingeschakeld. De LHBT-beweging, met name het Roze Huis, krijgt meteen een duidelijke rol toebedeeld: zij moeten ‘sensibiliseren‘. Hetzelfde is met zoveel woorden gezegd door Liesbeth Homans toen ze bekendmaakte dat het Roze Huis een beetje meer geld van de stad krijgt dan vroeger. Het is dus niet aan het Roze Huis om haar eigen prioriteiten te bepalen en democratisch te discussiëren over wat ze met het geld gaan doen. Dat hebben Homans en De Wever al gedaan. Tegelijkertijd worden de organisaties die met allochtonen werken financieel drooggelegd door het Antwerpse stadsbestuur. Dat zal de samenwerking met die organisaties rond het thema zwaar bemoeilijken. Bovendien wordt het elke dag duidelijker dat homo- en transfoob geweld onderdeel zijn van een veel breder plaatje: agressie en geweld zullen toenemen zolang de economische crisis elke dag meer mensen in de onzekerheid en de armoede duwt. Treinbegeleiders weten daar intussen al evenveel over dan holebi’s en lesbiennes. Het Roze Huis wordt dus in het keurslijf ‘wij versus zij’ gedwongen. Dat is het gevaarlijkste wat een emancipatiebeweging kan overkomen.
Jan De Cock en Bert Beauprez voelen de bui hangen en proberen correcties aan te brengen. Jan De Cock: “Ik denk dat meneer De Wever een punt heeft maar het is niet alleen in die groep: de extremisering zit in alle lagen van de bevolking en zit vooral in verschillende types gemeenschappen en maatschappijen. (…) Blanke jongeren gaan ook kinderen neerschieten, denk maar aan Columbine. Het is zeker geen islamprobleem.”
Bert Beauprez voegt daaraan toe: “Ik zat bijvoorbeeld in een school in De Panne. Er was nogal een machocultuur in die school, maar in elke school hangt wel zo’n cultuur. Als er dan iemand ‘homo’ tegen je roept, ook al is dat grappig bedoelt, dan komt dat voor U duizend keer harder aan omdat ze dat niet weten natuurlijk.” De Panne is niet meteen een stad met een grote moslimpopulatie.
Bart De Wever is niet onder de indruk en gaat ongestoord verder: “Ik denk eerlijk gezegd dat iedereen die onder adolescenten uit de band springt wordt neergesabeld. Dat is eigen aan jongvolwassen mannen vooral. Maar in het volwassen Vlaanderen… als ik vandaag naar een familiefeest ga, daar zit een lesbisch koppel, daar zitten homo’s aan tafel… In mijn partij (wij zijn geen linkse partij) … Ik heb homo’s in het parlement, de gemeenteraad en echt… ‘We don’t care’. Daar zijn we echt voorbij. “
Het is de tweede keer dat ‘Vlaanderen‘ genoemd wordt en dan nog in een typisch ‘Vlaamse‘ context: het familiefeestje. Dat ideaalbeeld moet er worden ingepeperd. Dat een homokoppel in een Aalsters café door twee volbloed-Vlamingen (foto) – die zonder twijfel ook op familiefeestjes komen – in mekaar werd getimmerd blijft uiteraard buiten beeld, net als de controverse die de deelname van enkele tientallen NVA’ers aan de pride, waar een NVA’er letterlijk schreef: “Gelieve geen reclame meer te maken met jullie roze afwijking!” De man verklaart lid te zijn geworden an de NVA “Om te helpen bouwen aan een betere toekomst met hogere normen en waarden!”
Marc Van de L
ooverbosch probeert het ook eens: “Wat mij wel verbaast is – ik spreek dan vooral over die groepen in de bevolking met vooral een heel mannelijke cultuur die zeer star is want het gaat niet alleen over homo’s maar ook tegen vrouwen (De Wever: ‘absoluut’) . Kijk naar de invoering van het homohuwelijk in Frankrijk nog recent – Neem ook de VS waar hysterische toestanden …”
Hier onderbreekt Bart De Wever voor de tweede keer: “Maar hoe snel dat je daar bijna voorbij bent… Hier was ook een beetje debat rond het homohuwelijk. Nu bestaat dat tien jaar. Wie maalt daar nog om? Het gaat allemaal ongelooflijk snel. Maar er is een groep – waarvan men vroeger dacht: men is nog niet in kennis met de verlichting – waarvan ik vandaag durf zeggen: men weet het wel maar men verwerpt de verlichting. Men kent ze wel maar men wil ze gewoon niet. Men wijst een heel aantal waarden – die voor ons heel normaal zijn geworden – gewoon af. Er is een tegenbeweging bezig en dat moeten we onder ogen zien. Je ziet die radicalisering en je ziet de uitingen daarvan en dat neemt toe.”
Bart De Wever legt nu het verband tussen de eerder aangehaalde ‘tegenbeweging‘ en de moslims die problemen zouden hebben met ‘De Verlichting’. Niet zo maar problemen, maar willens nillens. Bovendien gebruikt hij nog eens dat bedreigende woord ‘radicalisering‘ waarvan de uitingen toenemen. De invoering van het homohuwelijk daarentegen verliep volgens hem bijn als een fluitje van een cent: “Wie maalt daar nog om?” Dat de openstelling van het huwelijk in dit land tientallen jaren van strijd en een titanengevecht tegen rechts heeft gekost zijn we uiteraard ook al lang vergeten. Dat was “een beetje debat”. De Wever weet wanneer hij iemand moet onderbreken: het is niet de bedoeling om de homofobie van niet-moslims in het gesprek te brengen. Nochtans is de (vaak gewelddadige) oppositie (foto) in Frankrijk tegen de openstelling van het huwelijk zeer relevant. Die beweging werd immers gedragen door partijen die om het zacht uit te drukken in dezelfde richting als de NVA denken en het aandeel van moslims in die beweging was marginaal. De Kameroenese actviste Alice Nkom wees er toen op dat wat in Frankrijk aan het gebeuren was zelfs negatieve gevolgen kon hebben voor de situatie van holebi’s en transgenders in haar land.
Bart De Wever is een deel van het probleem
Toeval of niet, de dag dat Bart De Wever ons mocht waarschuwen tegen het grote moslimgevaar werd in Brussel een handleiding voorgesteld waarin methodes worden aangereikt om seksuele diversiteit bespreekbaar te maken binnen etnisch-culturele minderheden. De visie van waaruit de samenstellers van deze handleiding vertrekt staat haaks op wat de NVA daarover vertelt. Bovendien brengt het discours van de NVA en andere islamofobe stromingen (NVA-gemeenteraadslid Martijn Van Esbroeck weigert zelfs om islamofobie als probleem te erkennen) grote schade toe aan homoseksuele moslims. In de brochure Recht op Liefde merken de auteurs op: “We stellen vast dat de wijze waarop over islam en etnisch-culturele minderheden in relatie tot homoseksualiteit gesproken wordt bol staat van de veralgemeningen en stereotypen die nauwelijks ruimte laten aan nuance en de werkelijkheid te vaak geweld aandoen. Dergelijke problematische beeldvorming heeft bovendien ingrijpende gevolgen. Zij is niet alleen olie op het vuur van een voortschrijdende problematisering van moslims in onze samenleving, maar biedt tevens een slechte grond om holebi’s binnen etnisch-culturele minderheden op een goede manier te begeleiden of ondersteunen. We komen in onze werking bijvoorbeeld regelmatig holebi’s met een moslimachtergrond tegen die verder in de problemen terechtkwamen nadat ze aanklopten bij sociale diensten en daar advies kregen dat niet alleen misvormd was door de stereotypen en veralgemeningen over hoe hun leven eruit zou zien, maar ook ronduit schadelijk voor hun specifieke situatie en noden was. Het vernauwen van de discussie over homofobie tot een specifieke bevolkingsgroep komt de strijd voor een brede samenleving zonder discriminatie, waarin de specifieke trajecten van etnisch-culturele holebi’s de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben, allesbehalve ten goede.”
Met andere woorden: Bart De Wever dwingt het Roze Huis om het ‘probleem‘ van homofobie bij moslims op te lossen, maar is zelf een deel van dat probleem. Hij vergiftigt niet alleen de holebi- en transgendergemeenschap met islamofobie, hij zet ook het geluk van holebi’s en transgenders met een moslimachtergrond op de helling.