Minderheden tegen elkaar uitspelen, we weten ook in België wat dat betekent. De NOM (National Organization for Marriage) is een Amerikaanse organisatie die actie voert tegen het openstellen van het huwelijk voor koppels van hetzelfde geslacht. Om hun doel te bereiken proberen ze conflicten tussen minderheden uit te lokken.
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Campaign kon de hand leggen op een intern rapport van de NOM waarin deze haar strategie uit de doeken doet. Opvallend is dat de organisatie probeert een wig te drijven tussen de verschillende minderheden in het land. Ze proberen dit te doen tussen LGBT’s en Afro-Amerikanen. Ook willen ze het verzet tegen het huwelijk voor LGBT-koppels tot een sleutelbegrip in de identiteit van Latino’s laten uitgroeien. Momenteel ziet het er naar uit dat beide etnische gemeenschappen een steeds groter deel gaan uitmaken van de Amerikaanse bevolking. De keuze van de NOM om op zwarten en latino’s in te werken is dus niet toevallig.
Haaks op de realiteit
De architecten van deze strategie gaan er vanuit dat de LGBT-gemeenschap zich volledig gescheiden bevindt van de etnische minderheden. Ian S. Thompson (foto) van de mensenrechtenorganisatie The American Civil Liberties Union (ACLU) wijst er in een artikel op dat dit gelukkig niet het geval is.
28 procent méér gemengde koppels
Recente cijfers geven aan dat interraciale en inter-etnische huwelijken in de VS toenemen. Tussen 2000 en 2010 zelfs met 28 procent. Bij gelijkgeslachtelijke koppels valt dit nog meer op. De UCLA School of Law publiceerde cijfers die aantonen dat koppels van hetzelfde geslacht vaker samengesteld zijn uit partners van verschillend ras of etnische achtergrond. Ze hebben bovendien ook vaker kinderen: één derde van de koppels met een Latino-partner heeft kinderen. Het aantal leiders uit religieuze en mensenrechtengroepen die hun steun betuigen aan het recht om te kunnen trouwen met iemand van hetzelfde geslacht neemt ook toe. Het gaat dus de goede kant op en dat is niet naar de zin van de extreem-conservatieven in de VS. Het is bekend dat dergelijke groepen nog steeds kunnen wegen op de publieke opinie en de besluitvorming.
De ‘verdeel en heers’ strategie van de NOM staat haaks op de maatschappelijke evolutie. De LGBT-gemeenschap wordt niet minder, maar meer divers. Dat is goed nieuws. Anderzijds weten we dat ook in België nog moet gewerkt worden aan een goede verstandhouding tussen LGBT-gemeenschap en Belgen van buitenlandse afkomst. Een duidelijke standpunt tegen racisme is hierbij elementair.
