
Wereld Aids Dag en de Take Care Week zitten er weer op. Er is gemanifesteerd en gesensibiliseerd. Er is vooral de nadruk gelegd op het doorbreken van het taboe. De bedrijvigheid van de vrijwillig(st)ers van Sensoa en Exaequo was hartverwarmend. Kunnen we er weer tegen voor een jaartje? Ik mis iets.
De dingen waar je spontaan het eerst aan denkt als het over hiv gaat is condoomgebruik en solidariteit met mensen die besmet zijn met hiv. Het zijn twee aspecten van het probleem die onvoldoende aandacht krijgen. Maar het volstaat niet. Dat is niet alleen mijn mening, maar ook die van Sensoa, het het Vlaams service- en expertisecentrum voor seksuele gezondheid en hiv.
Sensoa
Alvorens we dieper ingaan op wat ze schrijven moet je twee dingen weten over Sensoa. De organisatie wordt erkend en gesubsidieerd als partnerorganisatie door de Vlaamse overheid in het kader van de gezondheidspromotie. In de praktijk is het dus een verlengstuk van die Vlaamse Overheid. Sensoa kan niet echt een vuist maken als het er op aankomt. Bovendien werkt Sensoa niet enkel rond hiv, maar rond diverse aspecten van seksualiteit zoals anticonceptie, seksueel misbruik van kinderen en abortus. Je kunt van Sensoa niet verwachten dat ze op de barrikaden gaan staan als dat nodig is. Dat moeten we nog altijd zelf doen. Weet ook dat Sensoa het resultaat is van jarenlang vrijwilligerswerk door organisaties die in de jaren ’80 ontstonden: het Aidsteam, de Aidstelefoon en De Witte Raven. Ze hielden zich bezig met sensibilisering, informatie en opvang. Die organisaties stonden wel op de barrikaden. Ze werden (samen met nog enkele andere) in 2001 samengesmolten tot Sensoa. Eindelijk werd de strijd van tientallen vrijwilligers en activisten beloond. Dat waren vaak mensen die zelf aan de ziekte leden en ze niet overleefd hebben.
Sensoa staat in voor het sturen en ondersteunen van initiatieven die we nodig hebben om hiv te bestrijden en mensen met hiv te ondersteunen. Daarbij is een goede relatie met de holebitransgenderbeweging zeer belangrijk. Sensoa verwacht ook dat ze impulsen krijgt van die beweging. Op 1 december 2008 trok de toenmalige holebifederatie aan de alarmbel met een opiniestuk in De Standaard, ondertekend door een aantal verantwoordelijken uit de homowereld. Een citaat: “Een nieuwe situatie vraagt om een nieuwe strategie. De lopende campagnes houden de uitbreiding van de ziekte duidelijk niet tegen. Temeer omdat een aantal initiatieven niet gericht zijn op onze doelgroep.” De oproep viel niet in dovemansoren en leidde tot nieuwe initiatieven.
Situatie nog steeds dramatisch
Toch blijkt de situatie twee jaar na deze oproep nog steeds zeer ernstig. Yves Aerts van Çavaria noemt ze zelfs dramatisch. Je kan opmerken dat preventiecampagnes hun tijd nodig hebben om vruchten af te werpen. Dat klopt. Maar wie de sector een beetje kent weet dat er nog veel meer kan gebeuren dan wat we sedert 2008 hebben gezien.

Wat kan de holebitransgenderbeweging nog méér doen? Onze achterban sensibiliseren doen we al en dat is prima. Maar we weten ook dat we als beweging niet in staat zijn om iedereen te bereiken die de booschap nodig heeft. Het is ook een zeer ingewikkelde materie. Dat ondervond ook onderzoeker Wim Vanden Berghe die in opdracht van het ITG vorige jaar homofuiven en -horeca bezocht voor een onderzoek naar de mate waarin hiv voorkomt bij homomannen. In het decembernummer van Zizo zei hij daarover: “Typisch aan dit soort onderzoek is ook dat mensen met je komen praten. Voor sommigen was het de eerste keer dat zetijdens het uitgaan aan iemand durfden te zeggen dat ze hiv-positief zijn. Zeker bij de oudere generatie werd er soms geëmotioneerd gereageerd. Mensen kunnen tegenwoordig meer dan ooit zelf op zoek gaan naar informatie, maar een face to face-gesprek blijft erg waardevol, omdat het erkenning en bevestiging geeft. Bij complexe boodschappen heb je nood aan meer dan a lleen maar eenrichtingscampagnes. En hiv is vandaag behoorlijk complex.” Michiel Vanackere van WJNH vraagt zich af: “Moet het op een andere manier aangepakt worden? Moeten we eerder choquerend tewerk gaan? Of is de laatste uitweg enkel er een condoom zelf om gaan doen?” Dat laatste spreekt tot de verbeelding maar lijkt me niet haalbaar. Zonder professionele ondersteuning kan je dit soort zaken niet ernstig aanpakken.
Ik denk dat we als beweging niet enkel moeten mobiliseren rond de veilig vrijen boodschap. Er is nog zoveel meer te doen. Maar dat kunnen we zelf niet. We hebben Sensoa. We hebben een Vlaamse en federale overheid die een beleid kan ondersteunen en financieren. We hebben dus heel wat. Maar wat vertellen we aan die overheid?
Het nut van een eisenplatform
Eigenlijk is het simpel. Als je wilt dat er zaken bewegen moet je opschrijven wat je wilt bereiken. We hebben dat reeds voor een stuk gedaan. Çavaria en haar Waalse tegenpool Arc-en-Ciel beheren samen het eisenplatform dat begin jaren tachtig voor het eerst gepubliceerd werd naar aanleiding van een van de eerste pride-optochten, toen nog ‘Roze Zaterdag’ geheten. Het document bevat alles wat we gerealiseerd willen zien. Elk jaar wordt de tekst opnieuw bekeken. Wat we bereikt hebben vliegt eruit en er wordt regelmatig iets nieuws aan toegevoegd. Vergelijk de platformtekst van bijvoorbeeld…1998 maar eens met die van vandaag. Zeer interessant!
Zo’n platformtekst heeft vele voordelen. Je kan er naar verwijzen als men wil weten wat de beweging precies wil. Je kan mobiliseren rond één of meerdere punten van de tekst, naargelang de actualiteit. Je bent verplicht regelmatig na te denken over wat erin staat. Dat houdt de beweging scherp.
Over hiv staat in het actuele platform: “Er is nood aan een gecoördineerd hiv- en aidsbeleid. De strijd tegen hiv en aids bij homomannen is een dringende zaak. Onderzoek wijst uit dat 1 op 20 Belgische homomannen besmet is met het hiv-virus. Bovendien kent 1 op 3 homomannen zijn serostatus niet. Homo’s zijn dus een bijzonder kwetsbare groep die prioritaire aandacht verdient binnen het aidsbeleid. België moet een aids-commissaris aanstellen die bevoegd is voor de coördinatie van het aidsbeleid, over de verschillende beleidsniveaus heen. Er zijn preventiecampagnes nodig, specifiek voor de doelgroep homomannen. De holebi- en transbeweging moet hierin betrokken en ondersteund worden. De mogelijkheid om gratis en anoniem testen te laten uitvoeren moet beter gepromoot en uitgebreid worden. De overheid en de farmaceutische industrie moeten voor iedereen beschikbare en betaalbare aids-medicatie voorzien. Vaccinatie tegen hepatitis B moet terugbetaald worden voor mannen met homoseksuele sekscontacten. Ook moeten testen op Chlamydia trachomatis en gonorroe terugbetaald worden.” Dit is een (beperkte) opsomming van maatregelen, die dit jaar nog niet eens zijn aangehaald in de perscommunicatie van Çavaria. Deze tekst kan worden aangevuld met de maatregelen die door Sensoa werden opgelijst in hun ‘Memorandum aan de federale regering 2010’, geschreven in juni 2010. Een uitstekend werkstuk. Hiert staat veel meer in en een groot deel ervan is ook van toepassing voor mannen die seks hebben met mannen. Het is een ideaal vertrekpunt voor een hiv-platform dat aan het bovengenoemde eisenplatform kan worden toegevoegd. Ik vis er enkele punten uit.
Wat Sensoa zoal voorstelt
Sensoa vraagt de federale regering om de toegang van jongeren tot een betaalbare en discrete seksuele gezondheidszorg bij de arts te garanderen, door de derdebetalersregeling uit te breiden naar alle jongeren. Sensoa pleit ervoor om alle soa-tests terugbetaalbaar te maken, ongeacht het aantal keer per jaar dat ze worden aangevraagd. Meer bepaald voor het testen op chlamydia, pleit Sensoa er tevens voor om de terugbetaling niet langer afhankelijk te maken van leeftijdsgrenzen noch van de aanwezigheid van klachten of klinische tekens. Sensoa vraagt de federale regering om een goede samenwerking te bewerkstelligen tussen overheid, administratie, RIZIV en ziekenfondsen, om terugbetaling te laten starten vanaf het ogenblik dat nieuwe hiv-medicatie of -tests in België beschikbaar worden.
In het memorandum wordt ook gepleit voor meer aandacht voor seksuele en reproductieve gezondheid en hiv/aids in de Belgische internationale samenwerking. Sensoa vraagt dat federale regering 0,1% van het BNI aan internationale gezondheid te besteden en hierbij meer middelen voor reproductieve gezondheid vrij te maken. Sensoa vraagt de Belgische ontwikkelingssamenwerking ook in andere sectoren, zoals b.v. onderwijs en humanitaire hulp, aandacht te schenken aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.