Na de affaire Dutroux (1996) is het de tweede keer dat seksueel misbruik op grote schaal in de media komt. De schandalen in de katholieke kerk zorgen opnieuw voor een stroom aan berichten en commentaren. Ook voor holebi’s en transgenders heeft de affaire interessante kantjes.
De donkere jaren
De getuigenissen en klachten over seksueel misbruik situeren zich vaak in de jaren ’50 en ’60. Donkere jaren. De maatschappij was nog grotendeels in de greep van de kerk. Seks was vies en enkel toegelaten binnen een huwelijk en tussen man vrouw. Masturberen zou voor allerlei ziektes zorgen. Homoseksualiteit werd behandeld met pillen en electroshocks. Maar het bloed (alsook het sperma) kruipt waar het niet gaan kan. In zijn ophefmakend artikel ‘Psychiatrische moord op homoseksuele puber’ beschrijft Dirk Cantillon (foto) hoe het er aan toeging op de patersschool: “Gemeenschappelijke kleedkamers waren taboe, maar de individuele kleedhokjes waren gemaakt uit hout en dat opent duidelijk mogelijkheden voor ieder die een dosis handigheid weet te koppelen aan een meer dan gemiddelde belangstelling voor jongenskontjes en primaire schaamhaartjes. Onze voorgangers hadden er net zo over gedacht want de houten tussenschotten waren met zakmesjes zodanig bijgewerkt dat ieder zijn voyeurslusten rustig kon botvieren. Er werd wat afgehijgd in die dampige hokjes. Je bekeek de andere, je geilde je eraan op. Je wist dat je bekeken werd,je geilde je eraan op.” Buiten het hokje dreigde het gevaar. Dirk wilde meer en betaalde de tol. Zijn leven werd een hel: “Ze hebben me mijn jeugd afgepakt en het is moeilijk in een toekomst te geloven als je geen verleden hebt.” Naast de slachtoffers van seksueel misbruik zijn er de slachtoffers van de seksuele repressie.
Behaarde man
Op bladzijde 44 van het eindrapport van de Commissie-Adriaenssens lezen we volgend verhaal: “Toen ik er 15 was (of zo ongeveer toch, ik herinner het mij niet zo goed meer) gingen wij met de jeugdbeweging tijdens de grote vakantie op bezinning (retraite zoals we dat dan noemden) bij de paters van congregatie A in xxxx. (…) ’s Avonds als we al in bed waren (in ons ‘chambrette’ en wil je geloven dat ik het nederlandse woord daarvoor niet ken?) kreeg ik altijd bezoek van pater A. Wat nu gaat volgen zal misschien choqueren, misschien ook niet, maar ik vond het wel leuk. Ik herinner mij heel goed de eerste keer dat hij zijn soutanne omhoog deed en dat hij eronder naakt was. Ik herinner mij heel goed toen hij zich gans uitkleedde omdat ik eigenlijk nog nooit zo’n behaarde man gezien had. (…) Ik ben mij waarschijnlijk in die periode bewust geworden dat ik homoseksueel was (…) Vandaar dat ik hoegenaamd niet wens dat er veel gevolg gegeven wordt aan mijn verhaal.” Maar ook hier heeft de medaille een keerzijde: “Mijn trauma echter is iets heel anders. Door een of andere loslippigheid is dit aan de oren gekomen van X (hier ga ik de naam niet echt vermelden), een pilarenbijter van de ergste soort en toemalig verantwoordelijke van de jeugdbeweging in xxxx. Hij heeft maanden ja jaren gedreigd om alles te vertellen aan mijn vader en moeder als ik ook maar durfde een woord te zeggen tegen gelijk wie over mijn nachtelijke pleziertjes met pater A. En dat is veel erger… steeds met de schrik op het lijf moeten lopen dat hij iets zou zeggen tegen mijn ouders. Dus het is niet de pater die achter de tralies moet, maar de man die altijd alles onder de mat wou vagen om de goede naam van de pater, de jeugdbeweging of de Kerk te beschermen.”
Zelfonderdrukking
De repressie veroorzaakt nog een ander gevaarlijk fenomeen. Wat De Rooie Vlinder benoemde als zelfonderdrukking en wat met een duurder woord ‘geïnterioriseerde homofobie’ genoemd wordt. Het komt er op neer dat de homofobe signalen die je bewust of onbewust ervaart je eigen houding gaan beïnvloeden. Daardoor zullen holebi’s hun coming out uitstellen, of zelfs hun eigen homoseksualiteit gaan ontkennen. In extreme gevallen leidt dat tot zelfmoord, depressies of tot geweld tegen andere holebi’s. Je slaat als het ware je eigen seksualiteit kapot door anderen aan te vallen. Een fenomeen dat ook een rol speelt in de gewelddadige confrontaties tussen holebi’s en jongeren in bepaalde steden.
Het slappe handje van Fernand
Rond beerputten kruipt altijd wel ongedierte rond. Fernand Keuleneer (foto) is de advokaat van kardinaal Danneels. “Een briljante maar wat cynische intellectueel” noemt De Standaard hem. Vijftien jaar geleden schreef hij naar aanleiding van de zaak Dutroux: “Bedankt de politici die nog durven komen aandragen met principes van niet-discriminatie op basis van seksuele geaardheid, voorkeur of beleving voor bewezen diensten, en maak ze werkloos bij de volgende verkiezingen. Herstel de traditionele opvattingen over normaliteit in intieme relaties. Zorg voor een herstel van de spontane sociale controle. Stigmatisering is wel degelijk effectief.” U denkt spontaan aan Alexandra Colen? Dat is geen toeval. Keuleneer en Colen kennen elkaar. Samen met Paul Beliën, Colens echtgenoot, werkten ze begin jaren negentig samen met Guy Verhofstadt in de Eén-oktobergroep. Verhofstadt wilde de PVV (nu open VLD) hervormen en dacht daarbij even aan een rechtse koers. Als student was Keuleneer lid van het rechts-katholieke KVHV en ontmoette daar VB-kopstuk Gerolf Annemans. In 2004 sprong hij het Vlaams Belang bij door zich af te zetten tegen de veroordeling van de partij wegens racisme. Zowel Colen, Keuleneer als Beliën zouden liefst het onderscheid tussen holebi’s en pedo’s in rook zien opgaan.
Beliën naar Wilders
Intussen vraagt COC Nederland (de Nederlandse holebi-koepelorganisatie) duidelijkheid over het nieuws dat Paul Belien (foto), de nieuwe adviseur is geworden van PVV-voorman Geert Wilders. Het is het COC niet ontgaan dat deze er uiterst homovijandige opvattingen op na houdt. Ze verwijzen ondermeer naar een artikel over adoptie waarin Beliën schrijft: “Wie kinderen toevertrouwt aan ‘twee papa’s’ of ‘twee mama’s,’ doet deze kinderen het grootst mogelijke onrecht: hij levert ze over aan de perversie.” Elders noemt Beliën vrije abortus, vrije euthanasie, gelijke rechten voor homoseksuelen en legalisering van drugs, “symptomen van de dood van het liberalisme.” toen holebi’s en transgenders in Mechelen hun ongenoegen uitten over de aanstelling van Léonard tot nieuwe aarstbisschop kon dit ook op de afkeuring van Beliën en co rekenen. Vlaams Belanger Johan Bellens stelde toen op Beliëns website dat de beweging hypokriet is en zich van tegenstander vergist.
Dubbele taktiek zoals bij het VB?
“Van een partij die mee-onderhandelt over het regeerakkoord mag volstrekte helderheid over homorechten verwacht worden,” stelt COC-voorzitter Vera Bergkamp. “Met een dergelijke topadviseur is daarvan geen sprake”. Wilders heeft zich totnogtoe tegen homofobie uitgesproken. Dat komt hem handig uit omdat hij op die manier holebi’s kan uitspelen tegen moslims. De aanwezigheid van Beliën in zijn rangen zou zijn homovriendelijk imago kunnen beschadigen. Paul Belien nam ook meerdere malen deel aan bijeenkomsten van het Vlaams Belang, terwijl Wilders samenwerking met Dewinter altijd heeft afgehouden. Wilders zag de bui hangen en reageerde in het Algemeen Dagblad: “De PVV is overtuigd voorstander en ook voorvechter van homorechten in de breedste zin van het woord en zal daar altijd voor blijven knokken”. Dat doet denken aan wat we de voorbije verkiezingscampagne bij het Vlaams Belang zagen: Alexandra Colen mocht voluit de homofobe kaart trekken, terwijl Filip Dewinter met een uitgestreken gezicht verklaarde dat het VB ‘niets tegen homo’s heeft’.