Hieronder kan je het relaas lezen van de politie-inval in het kantoor van de Georgische LGBT-organisatie op 15 december. Interessant voor wie het nog niet heeft meegemaakt, en verhelderend voor wie wil weten hoe de beweging zich in Georgïe dient te verdedigen tegen intimidatie en repressie. De illustraties bij dit artikel komen uit “Me’, het tijdschrift van ‘Inclusive Foundation’, de Georgische LGBT-beweging. De vertaling kan mogelijk niet 100 % accuraat zijn als het over specifiek Georgische begrippen gaat.
Op 15 december 2009 om 19u vielen vijf gewapende mannen in burger het kantoor van de Georgische ‘Inclusive Foundation’ binnen. Het bestuur, samen met ongeveer vijftien leden van de vrouwenorganisatie waren daar aanwezig. Ze kregen het bevel de ruimte waar ze bijeenzaten te verlaten. De politie was enkel geïnteresseerd in Paata Sabelashvili, de voorzitter. Hij werd meegenomen naar een apart lokaal. Toen werd er getelefoneerd en rond 20u kwam een tweede groep gewapende mannen binnen. Volgens getuigen droegen ze geen politie-uniformen (Verschillende mannen droegen nadien wel jassen met politie-insignes toen ze op het politiebureau waren). Ze konden geen huiszoekingsbevel voorleggen. Ze zeiden niets over hun identiteit, evenmin van welk bureau ze kwamen of waarvoor ze precies kwamen.
‘
Perverten, zieken, satanisten’
De politie werd door de aanwezigen aan herinnerd dat er volgens de wet getuigen moest worden toegelaten tijdens het doorzoeken van de lokalen. GSM’s werd in beslag genomen. De vrouwen werden gedurende enkele uren vastgehouden in een lokaal dat bewaakt werd door verschillende mannen. Contact met de buitenwereld was verboden. Ze kregen vernederende opmerkingen te horen: perverten, zieken, satanisten. Ze werden uitgelachen en ermee bedreigd dat ze zouden worden gefotografeerd en dat hun seksuele oriëntatie zou worden bekend gemaakt. Een van de mannen trok een poster van de muur. Eka Agdgomelashvili en Tinatin Japaridze werden bedreigd met de dood omdat ze bleven eisen dat men een huiszoekingsbevel zou tonen. Andere mannen zeiden dat ze enkel papieren zouden tonen aan wie daar recht op heeft.
Paata Sabelashvili werd gearresteerd. Onmiddellijk na zijn arrestatie zou hij bekend hebben 8 gram marijuana te bezitten. Een zeer omstreden bekentenis, die werd afgelegd vooraleer Paata zijn advokaat had kunnen zien.
‘Ik ben hier de wet’
Een van de invallers, die eerder al was opgevallen door zijn homofobe en agressieve gedrag, stelde zich voor als agent van de staatsveiligheid (Constitutional Security Department of the Ministry of Interior) Bij het verhoor van Paata werd hij geïdentificeerd als David Khidesheli. Een andere man, die later hoofd van de politie-afdeling bleek te zijn, bedreigde Eka Agdgomelashvili met de dood als ze niet onmiddellijk zou stoppen met zeggen dat de invallers de wet overtraden. Hij riep: “Ik ga jou doden, ik scheur je in stukken!” Toen een van de stafleden van ‘Inclusive Foundation’opmerkte dat hij zijn boekje te buiten ging riep hij: “Klaag me maar aan, het kan me geen donder schelen, ik ben hier de wet, en de rechter!”
De persoonlijke spullen van de stafleden werden doorzocht. Sommige zonder dat de eigenaars erbij mochten zijn. Daarna werden ze teruggegeven aan de eigenaars.
Twee vrouwelijke agenten sleurden vrouwen (meestal per twee) naar de toiletten, dwongen hem zich volledig uit te kleden en fouilleerden hen. De vrouwen werden intussen voor ‘zieken’ uitgescholden. Achteraf is daar geen verslag van opgemaakt. Na deze operatie verklaarde een van de vrouwelijke agenten “dat ze vrouwenlichamen was gaan haten”.
Stafleden van de organisatie worden sedertdien voortdurend geschaduwd. Zowel hun huizen, hun verplaatsingen in de stad en hun aanwezigheid in het kantoor worden in het oog gehouden door auto’s vol met geüniformeerde agenten. Een van die auto’s is permanent geparkeerd aan het huis van een van de stafleden.
Tot zover het verslag van de gebeurtenissen op 15 december.
Geen alleenstaand geval
‘Inclusive Foundation’ ziet in deze operatie een logisch vervolg van de repressieve politiek die andere NGO’s (Non-goevernementele organisaties) mochten ondervinden. Ze kadert in het marginaliseren, intimideren en in discrediet brengen van alle verdedigers van de mensenrechten in Georgië. Organisaties zoals ‘Human Rights Priority’en de krant ‘Batumelebi’waren eerder het slachtoffer. Politiemensen die bij deze incidenten betrokken waren gaan vrijuit, ondanks beloftes van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
“We maken ons zorgen dat onze organisatie door dit optreden van de overheid de agressie tegenover ons van radicale fundamentalistische groepen zal voeden” zegt de LGBT-beweging. “Het is opvallend dat de Georgische regering afwezig blijft als het over de verdediging van burgers in dit soort situaties gaat. Officieel heet het dat de regering zelf het slachtoffer is van conflicten tussen progressieven en fundamentalisten. Zelf mikken de politici op een traditioneel conservatief kiespubliek. Het doelbewust in discrediet brengen van leiders uit het middenveld is alarmerend”.
Bron: ILGA-Europe