Fidel en homo’s: wie doet het hem na?

Fidel_0001

Ik heb het altijd een bizarre draai in de geschiedenis gevonden dat Castro Street, de bekendste homobuurt in Amerika en ver daarbuiten, onwillekeurig doet denken aan de Cubaanse leider Fidel Castro. Nochtans is ‘The Castro’, zoals de in San Francisco wijk ook genoemd wordt, niet genoemd naar Fidel maar naar José Castro (1808–1860), een Mexicaan van geboorte die opkwam voor zijn landgenoten in de VS. Hoe deze man dacht over homoseksualiteit is mij niet bekend maar de houding van de Cubaanse revolutionairen kort na het verdrijven van het pro-Amerikaanse regime was verre van positief.

De Cubaanse hoofdstad Havanna was de hoerenbuurt én goktempel in de Amerikaanse achtertuin. Niet direct iets waar hardwerkende boeren behoefte aan hadden in een door de Amerikaanse boycot getroffen economie van toen. Zoals dat bij revoluties wel eens meer gebeurt werd er hard opgetreden. Wie niet bereid was om zingend de suikerrietvelden in  te trekken werd tot de arbeid gedwongen in werkkampen. De homo’s die zich in Havana bevonden mochten mee.  De communistische partij was amper drie jaar aan de macht toen de homovervolging begon. In 1962 werden in de Cubaanse hoofdstad Havana razzia’s gehouden. Tijdens de zogenaamde ‘Nacht van de Drie P’s’ werden ‘prostituees, pooiers en poten’ opgepakt. Men schat het aantal gedwongen kampbewoners op  25.000. Daar zaten naast homo’s ook heel wat katholieken bij.

Razzia

In 1968 besloot de overheid om de werkkampen te sluiten. Een mythe die daarbij de ronde doet is dat Fidel Castro dat besluit nam nadat hij zichzelf incognito liet opsluiten in zo’n werkkamp en daar hevig schrok van de manier waarop de gevangenen werden behandeld. Maar de veiligheid en rechtszekerheid voor holebi’s en transgenders was daarbij allesbehalve geregeld. Op 24 augustus 1997 was er nog een grote razzia: honderden aanwezigen op een feest in Havanna’s bekendste homoclub El Periquitón werden gearresteerd. Tussen de feestgangers bevonden zich de Spaanse filmregisseur Pedro Almodóvar en de Franse modeontwerper Jean Paul Gaultier.

Havana_mei2010_pride.jpgSinds de razzia in 1997 is er veel veranderd. Homoseksualiteit is niet langer strafbaar en de overheid voert actief campagne tegen homofobie. Seksuologe Mariela Castro – dochter van Fidel’s broer Raúl Castro – is de grote pleitbezorgster van de rechten van holebi’s en transgenders. Operaties om van sekse te veranderen zijn gratis. Mariela is ook niet te beroerd om elk jaar de  Pride mee te vieren, zoals hier op de foto in Havana dit jaar.

Castro

“Als er iemand verantwoordelijk voor was ben ik het wel”, geeft de Cubaanse leider toe in een interview met de Mexicaanse krant La Jornada“We hadden andere zorgen aan ons hoofd”, stelt Fidel Castro. Hij noemt de dreiging van een Amerikaanse invasie en de voortdurende dreiging van een moordaanslag op zijn leven. Maar hij erkent ook dat uitgerekend zijn progressieve regime beter had moeten weten. “Het is alsof de Heilige zelf heeft gezondigd”. Deze uitspraken haalden uitgebreid het nieuws maar het is niet de eerste keer dat Castro zich kritisch uitlaat over fouten uit het verleden. In een artikel op De Wereld Morgen verwijst Cuba-kenner Marc Vandepitte naar eerdere interviews en de vele toespraken van de jaren zeventig en tachtig waarin hij zich zeer kritisch uitlaat over de fouten uit het verleden en het heden, o.a. de homokwestie en de foute behandeling van gelovigen in de jaren zestig.

Wie zonder zonde is…

Castro is trouwens lang niet de enige zondaar. U mag mij één regime opnoemen dat in de jaren ’50 en ’60 niet homofoob was.  Homo’s vlogen bij ons niet in werkkampen, maar werden op andere manieren voor het leven getekend. De holebi- en transgenderbeweging kwam pas vanaf eind jaren ’60 goed op gang om daar iets aan te doen. Dirk Cantillon, een van de grondleggers van die beweging in België, vertelt in ‘Een Ander Strand’ hoe hij als puber gekraakt werd nadat bleek dat hij op jongens viel: “Van toen af wist ik dat geilen op een jongetje en spelen met zijn pietje niet kon voor de autoriteiten, al bleek daar ook nog wel eens verschil in te bestaan: het andere jong bleef gewoon op school, zijn pa was senator en in die tijd voorzitter van de CVP.”

Cuban_flag.jpgIntussen is Cuba  een van de koplopers geworden op het vlak van holebi- en transgenderrechten in Latijns-Amerika. Niet slecht voor een land waar het machismo nog heel sterk speelt. De CVP (nu CD&V)-voorzitter uit het verhaal van Dirk Cantillon mag gerust het voorbeeld van Castro volgen.

Mariela Castro neemt het op voor holebi’s en transgenders

Mariela Castro001a
De discriminatie van homoseksuelen is nog altijd impleciet aanwezig in de schoot van de  Cubaanse communistische partij. Deze moet maatregelen nemen om dergelijke praktijken officieel te verbieden in haar rangen.

Dat zei Mariela Castro, seksuologe, directrice van het Nationaal centrum voor seksuele opvoeding (Cenesex) en dochter van waaarnemend president Raul Castro. De Cubaanse Goedele Liekens is daarover een brief aan het voorbereiden: “personen mogen niet het slachtoffer zijn van discriminatie omwille van seksuele voorkeur of gender” verklaarde ze in de marge van een internationale conferentie over seksualiteit. De brief zou binnenkort publiek worden gemaakt.

Mariela Castro voert al enkele jaren campagne tegen de homofobie in haar land. Met de steun van haar vader, zo verzekert ze. Toch is er nog terughoudendheid tegenover haar voorstellen om het huwelijk open te stellen voor homo- en lesbokoppels en het adopteren van kinderen mogelijk te maken. Ondanks het feit dat van sommige partijleden bekend is dat ze homo zijn en holebi’s belangrijke posten bekleden in ministeries en publieke instellingen. Het blijft een taboe in Cuba.

Cuba komt dan ook van heel ver. in de jaren ’60 en ’70 waren er heropvoedingskampen voor holebi’s. De overheid werd toleranter, maar homofobe incidenten zijn er nog steeds.

Op dezelfde conferentie had Muriela Castro goed nieuws voor de transgenders. Sedert 2008 worden seksoperaties op kosten van de Cubaanse staat uitgevoerd. Dit kon pas nadat de overheid een verbod daartoe had opgeheven. Cubaanse artsen werken hiervoor samen met Belgische collega’s. De kosten worden betaald door de Cubaanse gezondheidszorg, ondanks protesten van mensen die vonden dat Cuba zich dergelijke maatregel niet kon veroorloven met de huidige economische problemen ten gevolge van de economische crisis en de boycot door de VS.  Dat is alllicht de reden waarom er per jaar slechts een beperkt aantal operaties plaatsvinden. Ook voor buitenlanders die hiervoor naar Cuba willen komen zit het er voorlopig niet in. Cuba is heel aantrekkelijk voor buitenlanders met medische problemen omwille van het hoge niveau van de gezondheidszorg.