scheldwoorden

scheldwoorden,goeie clipsWe horen ze op straat, op het voetbalveld en op de speelplaats. We ondergaan ze, ze maken ons kwaad of brengen ons in de war.  Sommige van die scheldwoorden hebben ook een andere betekenis gekregen. Wie uitgescholden wordt scheldt terug, of geeft er een draai aan.

Eind 2008 werd de Holebifederatie (intussen omgedoopt tot Çavaria) opgebeld door een journalist van De Standaard. Proximus had van de JEP (Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame) de klacht gekregen dat het gebruik van het ‘janet‘ stereotyperend was. Het  ging over een spotje waarbij een jongen een andere jongen opbelt om te vragen hoe met hem gaat. Als hij begint door te vragen, reageert de andere kortaf met: “Wa zegde gij nu? Zeg stop daarmee, janet”. De JEP kaartte het probleem aan bij Proximus en ‘janet‘ werd vervangen door ‘jongen‘. De journalist wilde weten wat de Holebifederatie daarover dacht. Onze eerste reactie was: gebruik het liever niet, zoals je ook het woord  ‘makak‘ niet gebruikt.

De janetten van de Wetstraat

Enkele weken eerder was ons een uitspraak gesignaleerd van Bart Martens (SP.a) in een hoorzitting over de Oosterweelverbinding. Martens zei daar: “Ik weet niet of u veel in Middenvijver ging wandelen. Dat was vroeger een gebied voor bosjanetten, waar een jeugdbeweging niet naartoe dierf trekken”. Ook hierover werd de Holebifederatie gecontacteerd: of dat zomaar kon ? Martens schrok er achteraf van dat zijn woordgebruik stof had doen opwaaien. Zijn partijgenoten Stijn Beckx en Jan Roegiers noemden zichzelf toch ook ‘de janetten van de Wetstraat’? En of we  zijn vlammend betoog tijdens de hoorzitting  toch maar liever niet wilden interpreteren als een pleidooi voor het wegjagen van de cruisende mannen? Hij had, samen met zijn fractie, immers altijd holebivriendelijk gestemd.

janet005Het is niet makkelijk om te beoordelen hoeveel venijn er precies in het woord ‘janet‘ steekt. Dat toont het laatste voorbeeld aan.  Toch smaakt ‘janet‘ zelden naar zoete broodjes. Zeg mij even na: “Ik ben blij dat ik die janet heb ontmoet”. Geef toe: het vloekt. Als je de nadruk wil leggen op iemands homoseksuele geaardheid, gebruik je ‘holebi‘, ‘homo‘, of ‘gay‘. ‘Janet‘ gebruik je nooit in een ondubbelzinnig positieve context.

“Poëzie is voor janetten. En bij Poetry Hacking weten ze dat! Zo’n dichtbundel op uw nachtkastje is cool noch sexy”, schreef Studio Brussel op zijn website. Datzelfde Stubru deed in 2009 moeite om homo’s in de voetbalsport uit de kast te lokken.  De zender reikte een Roze Schoen uit “om het taboe van de homofobie in de voetbalwereld te doorbreken”. Mooi zo. Opvallend detail: het woord ‘janet‘ viel in deze context nergens te bespeuren. Voetballers die toevallig ook homo zijn noem je geen janetten. Toch niet bij Studio Brussel.

Intimiderend

Een lezer doet in Humo van maart 2007 zijn beklag over het gebruik van ‘janet‘ door sommige BV’s: “Sedert enkele jaren is het een trend geworden om iedereen die niet aan het overheersende ‘machogedrag’ voldoet als ‘janet’ of ‘janetterig’ te bestempelen, op een duidelijk denigrerende toon. Vooral bekende mediafiguren durven zich hier regelmatig aan bezondigen. Presentatoren, humoristen en schrijvers zoals Ben Crabbé, Mark Uytterhoeven en Herman Brusselmans bijvoorbeeld.  (…) Als jonge mensen, zowel holebi als hetero, hierdoor worden geïntimideerd en nadelig worden beïnvloed in hun dagelijkse leven en verdere evolutie, dan ligt de oorzaak bij onze huidige sport- en mediacultuur”. Ook deze meneer is er duidelijk niet blij mee. Maar is het inderdaad machogedrag dat genoemde BV’s ertoe brengt het woord in de mond te nemen? Of is het allemaal de schuld van Tom Lanoye?

scheldwoorden,goeie clipsTom  Lanoye gebruikt het woord ‘janet‘  als een soort geuzennaam. Dat is een erenaam die men zichzelf geeft, terwijl hij oorspronkelijk door anderen als scheld- of spotnaam werd gebruikt. Kenmerkend voor een geuzennaam is dat de benaming door velen binnen de groep geaccepteerd wordt – men noemt zichzelf zo – maar dat het gebruik door buitenstaanders als beledigend wordt ervaren. De militante holebibeweging van de jaren ’70 en ’80 deed dus hetzelfde met ‘janet‘ als Lanoye. Het zou kunnen dat het woord, dat  enkele bekende homo’s zoals Tom Lanoye, David Davidse, Kurt Van Eeghem en ‘de janetten van de Wetstraat‘ bij wijze van spreken populair maakten, bij andere mediafiguren is blijven hangen.  Als die het gebruiken, hoeft het dus niet per se als beledigend te worden ervaren.  De geuzennaam heeft de subcultuur verlaten en is een tweede leven in de mainstream gaan leiden.

N’ayez pas peur Madame

janet004

Met de woorden “N’ayez pas peur Madame, ce ne sont que des gueux” (Wees niet bang mevrouw, het zijn slechts bedelaars) zou Charles de Berlaymont, adviseur van Margaretha van Parma, in 1566 de lage edelen hebben aangeduid die het “Smeekschrift der edelen” aanboden.  Het volk vernederlandste dit woord tot “geus” en het waren de ‘Geuzen‘ die in opstand kwamen tegen de Spaanse overheersing. Andere bekende voorbeelden van geuzennamen zijn ‘flikker‘ door Nederlandse homomannen en ‘nigger‘ of ‘nigga‘ door Afro-Amerikaanse jongeren. Dat blanken een woord als ‘nigger‘ nog steeds als scheldwoord gebruiken en dat dit door Afro-Amerikanen ook zo ervaren wordt, doet geen afbreuk aan de geuzennaam.

Maar voor welk deel van de gevallen gaat dit op ? Vraag aan eender welke Vlaamse leerkracht in welke sfeer het woord ‘janet‘ over het schoolplein vliegt, en je zal versteld staan. Ook in het voetbalstadion is ‘janet‘ alomtegenwoordig, als scheldnaam voor de spelers.

Misschien ligt de sleutel wel gewoon bij de gebruiker van het woord. Wat ‘janet‘ betekent, hangt af van wie het zegt. Of zoals het devies van Joe Jackson in ‘Real Men’ luidt:  “Don’t call me a faggot, unless you are a friend” (noem me geen ‘janet’, tenzij je een vriend bent).

Dit artikel verscheen eerder in Zizo.