
De voorbije weken werd wat ik hier al lang schrijf plots zichtbaar voor een breder publiek: het Vlaams Belang heeft LGBTQ+ fobie in haar DNA zitten. In de verkiezingsdebatten zoals ‘Eerste Keus’ werd dat scherp duidelijk. Hoe kunnen we het tij keren zonder andere minderheden te schofferen?
Eli, een jonge moslim in een Kortrijkse school, vroeg of politici het vinden kunnen dat er in de klas, ook bij jonge kinderen, over geaardheid wordt gesproken. Eli haalt het voorbeeld aan van zijn 4-jarige zusje, van wie de juf had gezegd dat twee meisjes mogen kussen. “Als je homo bent, hou dat voor jezelf. Dat moet niet opgedrongen worden aan jongere kinderen die in de kleuterklas zitten”, zegt hij. Hij wijst er ook op dat homoseksualiteit in zijn cultuur verboden is. Chris Janssens deed wat het Vlaams Belang al jaren doet: als moslims homofoob reageren dan geeft hij hen gelijk. Met zijn kunstmatige coming-out probeert hij tegelijk het homopubliek te bespelen. Intussen verklaart hij aan iedereen die het horen wil dat koepelorganisatie Çavaria wat zijn partij betreft geen werkingsmiddelen meer zal krijgen. Op de vraag of hij kinderen wil antwoordt hij positief, maar dat hij er niet aan begint omdat het “niet via natuurlijke weg kan”.
Hoe brengen we slachtoffers van discriminatie samen?
Moslim zijn is geen excuus is voor homofobie. Zoals homo of lesbisch zijn geen excuus is voor racisme of islamofobie. Principieel is dat allebei zeer juist. De vraag is hoe je daar mee omgaat. Door in klassen luid te roepen dat geweld tegen LGBTQ+ personen hard bestraft moet worden? Dat zal niemand overtuigen: moslimleerlingen niet, kinderen van VB-stemmers ook niet. Door de neoliberale verharding van onze maatschappij worden heel véél jongeren geconfronteerd met geweld. Ook dat werd duidelijk in ‘Eerste Keus’.

Ik las op Facebook een comment van Salaahudien Ayoubi: “Men wil ‘gelijkheid en jezelf kunnen zijn’ aanmoedigen op school maar diezelfde politici hebben wel decennialang de meisjes die zichzelf willen zijn mét een sluier altijd verbannen en nog steeds! Waarom mag de ene meisje een jongen zijn maar de andere meisje geen moslima zijn? Waarom mag een jongen zichzelf kleden als een meisje maar een andere jongen geen jelaba dragen? Daar gaat de discussie om. Ofwel behandel jij iedereen gelijk ofwel is ‘gelijkheid’ een lege doos met inhoudsloze argumenten.”
Een terechte opmerking. Mensenrechten zijn ondeelbaar. Dat ligt moeilijk, ook bij de meeste politieke partijen. Vaak komt het erop neer dat ze jongeren de les willen lezen zonder hen het bredere plaatje te laten zien. De reactie van Conner Rousseau in ‘Eerste Keus’ mag dan sympathiek overkomen, hij zal nooit het verband leggen tussen racisme en LGBTQ+ fobie. Niet zo verwonderlijk, gezien zijn racistische uitlatingen nog niet zo lang geleden. Chris Janssens van het VB kon dan weer zijn geluk niet op bij de vraag van Eli over zijn zusje.
Wat staat ons de volgende decennia te doen?
We hebben de voorbije decennia hard gevochten voor het wettelijk verankeren van onze rechten: het huwelijk, een wet die discriminatie verbiedt, het opvoeden van kinderen door mannen- en vrouwenkoppels is geregeld… Dat was een juiste strijd, maar dat heeft ons niet echt ver gebracht. We moeten dringend werk maken met het veroveren van de hoofden en harten van mensen, samen met de andere slachtoffers van discriminatie. Het onderwijs is daarbij cruciaal. Ouders zijn vaak niet in staat om hun kinderen respect bij de brengen voor LGBTQ+ personen. Vaak hebben ze zelf die info niet gekregen. De school blijft dan de belangrijkste plek waar kinderen en jongeren aan die info komen. Daarover staat in de meeste partijprogramma’s bitter weinig. Onderzoek van Çavaria wijst uit dat een groot deel van de deelnemende leerlingen zich onveilig voelt op school. En dat bijna iedereen te maken krijgt met LGBTQ- fobe opmerkingen, ook van leerkrachten.

Naar elkaar luisteren
De PVDA heeft de meest gedetailleerde voorstellen hierover. Voorstellen die de eenheid van de werkende bevolking voorop stelt en vermijdt dat jongeren het gevoel hebben dat iets ‘door hun strot geramd wordt’, een opmerking die je zeer vaak krijgt.
“De acties moeten altijd aangepast zijn aan de leeftijd, de doelgroep en de realiteit van elke school. Als jongeren het gevoel krijgen dat ze een ‘agenda’ wordt opgedrongen, kan dat averechts werken.” schrijft de PVDA. De partij citeert Dries De Smet van Wel Jong, een Vlaamse LGBTI+ organisatie voor jongeren: “Mensen die lgbtq-personen verbaal of fysiek aanvallen, doen dat in veel gevallen omdat ze geen ander legitiem kanaal vinden om zich beter te voelen en zichzelf te bewijzen. Natuurlijk zijn er grenzen en mogen LGBTQ+ personen hun vrijheid niet laten beknotten, maar dat wil niet zeggen dat we ons er niet van bewust moeten zijn dat er dingen zijn waarmee anderen het nog moeilijk hebben. Zolang ze zich niet agressief opstellen, moeten we ook leren aanvaarden dat sommige mensen een andere mening hebben. Alleen dan kunnen we naar elkaar luisteren en stappen vooruit zetten.”
Het volledige programma van de PVDA rond LGBTQ+ vind je hier
In deze clip vertelt een leraar hoe hij dat aanpakt.
