Mijn bijnaam was Sida

ITG_black women_0001.jpg

Hiv gaat over homomannen. Maar ook over vrouwen: heteroseksuele, zwarte vrouwen. Wereldwijd zijn ze de grootste slachtoffers. 

En in België? In totaal werden vorig jaar 1.227 nieuwe hiv-diagnoses geteld, een stijging van 4 procent tegenover 2011. Iets meer dan de helft van de besmettingen werd vastgesteld bij niet-Belgen. een meerderheid binnen die groep blijken vrouwen te zijn, geboren in Sub-Sahara-Afrika. Een realiteit waar je als homo best ook even bij stilstaat.

Een mooie bloem

Ze is 37 en heeft een naam die ze enkel wil prijsgeven aan mensen die ze voor meer dan 100 procent kan vertrouwen. Met welke naam ze dan graag in de krant zou staan? Ze lacht zoals alleen een Afrikaanse dat kan. “Laat het iets moois zijn. Een mooie bloem. Roos, misschien?” Deze vrouw wil alleen onder een schuilnaam in de krant omdat ze nog in de procedure zit voor het aanvragen van verblijfspapieren. Ze heeft dus nog geen papieren, maar wel een hiv-besmetting. En dan is er nog de angst.  Roos is doodsbang voor de dag dat ze zou moeten terugkeren naar haar geboorteland, het land dat ze een kleine drie jaar geleden heeft verlaten. Moest verlaten.

Burkina Faso_0001.jpg

Het verhaal dat ze vertelt is wreed. In Burkina Faso raakte ze met hiv besmet door een volgens haar niet altijd erg monogame echtgenoot. “Toen bleek dat ik hiv-positief was, heeft hij me aan de deur gezet. En niet alleen hij heeft me laten vallen. Ook mijn familie wees me af. Ziet U deze brandwonden? Mijn broer heeft mijn handen en voeten met kokend water overgoten, zodat ik niets meer zou kunnen aanraken en hun gezondheid niet in gevaar kon brengen. Ik was de schande van de familie. De schande van de hele buurt.  Soms werd ik achterna gezetten door de kinderen. ‘Sida‘ riepen ze dan (aids in het Frans, red.) ‘Sida, Elle a le sida.’ Het was mijn bijnaam geworden. ‘Sida.

“Als ik naar Burkina Faso terugkeer, zal het zijn om te sterven. omdat ik er geen medicijnen meer zal krijgen, maar vooral omdat ik er door iedereen zal worden verstoten. Kunt u zich dat voorstellen, door het leven moeten als de schande van de familie, achternagezeten door kinderen die je ‘Sida’ noemen?”

Tegen stigma’s geen medicijn

“Weet u, in Afrika is er, anders dan in België, absoluut geen respect voor honden. Het leven van een hond is er niets waard. Maar honden krijgen er nog altijd meer respect dan mensen met een hiv-besmetting. Zelfs het leven van een kip is er meer waard dan dat van een mens met hiv.” Dat ze geen dag te vroeg in België arriveerde, mag blijken uit wat ze vertelt. Tijdens een medisch onderzoek bleek dat Roos naast en door toedoen van een vergevorderde hiv-besmetting ook baarmoederhalskanker had. Van die kanker is ze intussen genezen. Het hiv-virus kan ze onder controle houden met medicatie. Maar tegen stigma’s bestaat geen medicijn. “Dat stigma bestaat overal ter wereld. Ook in België. Sinds ik mijn diagnose ken, ben ik twee mensen. Meestal ben ik iemand met angst. Iemand die voor de buitenwereld verborgen houdt dat ze leeft met hiv. Alleen bij mensen die ik volledig vertrouw kan ik vrij spreken. De mensen van Sensoa zijn voor mij als familie. Ik ben ook al een paar keer naar Vhiva geweest, een praatgroep voor vrouwen met hiv in Antwerpen. Die gesprekken doen me altijd geweldig deugd. Iedereen is er gelijk. Je hoeft er niet bang te zijn voor de afwijzing.”ITG_black women_0004.jpg

‘Dankzij de Belgen leef ik nog’

“Ik ben dit land heel dankbaar. Dankzij de Belgen leef ik nog. Als ik geen kankerbehandeling had gekregen, had ik nog maar een jaar of vier te leven gehad.  Dat wil zeggen dat ik nu nog maar één jaar te leven zou hebben. Maar ik zou de Belgen graag nog iets extra’s vragen. Ik weet dat ik er geen recht op heb, maar ik hoop dat ze ergens in hun hart nog een plek hebben voor mensen als ik. Een zieke mens uit een ander land. Ik droom van een plek in deze samenleving. Ik wil werken. Ik wil een familie. Kinderen. Een toekomst. Ik hoop op een dag aan de slag te kunnen als poetsvrouw. Ik ben altijd vrouw aan de haard geweest. Ik kan goed poetsen. Maar om poetsvrouw te worden, moet ik Nederlands kunnen. Als ik bij u kom schoonmaken, moet ik u goed begrijpen. Dus volg ik nu lessen Nederlands.” 

ITG_black women_0005.jpg

“Soms wanhoop ik. Sommige dagen zijn nog grijzer dan de lucht vandaag. ik ken vrouwen in mijn situatie die geen hulp meer kregen. Vrouwen die teruggestuurd werden. Het maakt me bang. Doodsbang.”

Besmetting reist mee

‘Roos’ is niet alleen. in de jaren negentig zag je dat er in België steeds meer vrouwen werden geregistreerd als ‘hiv-geïnfecteerd’. De vrouwen in kwestie bleken in meerderheid te komen uit Sub-Sahara-Afrika. Een afgelopen woensdag gepresenteerd rapport van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid bevestigde die intussen al niet meer zo nieuwe werkelijkheid. In totaal werden vorig jaar 1.227 nieuwe hiv-diagnoses geteld, een stijging van 4 procent tegenover 2011. Iets meer dan de helft van de besmettingen werd vastgesteld bij niet-Belgen. een meerderheid binnen die groep blijken vrouwen te zijn, geboren in Sub-Sahara-Afrika.

Transactionele seks

De verklaring is even logisch als wreed. “De getroffen vrouwen zijn afkomstig uit landen waar wel hiv is”, zegt Ilse Kint, dokter bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG). “Wij gaan ervan uit dat ongeveer 5 procent van de migranten uit Sub-Sahara-Afrika hiv-besmet is.Bij sommigen reist de besmetting gewoon mee.” Weer anderen pikken de besmetting ergens onderweg op. “Vaak was het traject naar België niet evident”, vertelt Kints collega Christiana Nöstlinger, psychologe en coördinator van een preventieproject voor Afrikaanse migranten in Vlaanderen. “Seks is in sommige gevallen een middel om hier te geraken. Transactionele seks, noemen wij dat. Seks, in ruil voor een dienst. Als een middel om te overleven.”

Wel hiv, geen papieren

Die risicofactor is ook niet meteen verdwenen eens deze vrouwen in België zijn aangekomen. Ilse Kint: “Vandaag worden meer en meer verblijfsvergunningen geweigerd. Het gevolg is dat die mensen in de illegaliteit worden geduwd. Maar die mensen moeten natuurlijk wel op een of andere manier overleven.” Een streng asielbeleid biedt volgens haar dan ook geen oplossingen. “Vanochtend had ik nog een besmette Ghanese vrouw op consultatie”, legt Kint uit. “Die vrouw zal er alles aan doen om niet te moeten terugkeren naar haar land. Nog liever de illegaliteit in België dan de terugkeer naar een land waar haar medicatie en de veiligheid van haar kind niet gegarandeerd zijn.”

leeg_grijs0001a.jpg

Het is een punt waar Kint en Nöstlinger al een aantal jaren voor ijveren. “Het huidige beleid stuurt mensen terug naar landen als Afghanistan, Liberia of Congo. Of die mensen daar medicatie krijgen, is allerminst zeker. In theorie is de gezondheidstoestand een argument in de beoordeling van een dossier. Maar dat argument is vaak erg wankel. Het gebeurt dat wij hier mensen binnen krijgen die bij wijze van spreken bijna dood zijn. Dankzij de huidige medicatie kunnen we die mensen soms in die mate weer oplappen dat ze weer gezond genoeg geacht worden om ze terug te sturen. Terwijl er absoluut geen garantie is dat ze in hun land van herkomst dezelfde behandeling zullen blijven krijgen.”

Indirect doodsvonnis

In die zin kan een uitwijzing een indirect doodsvonnis zijn. “Als je niets doet”, zegt Ilse Kint, “beland je na gemiddeld zeven tot tien jaar in het aids-stadium. Uiteindelijk word je weerstand zo laag dat eender welke infectie je dood kan betekenen.” Aids maakt vandaag vooral in Sub-Sahara-Afrika nog miljoenen doden. In België lijkt de situatie ondertussen onder controle. Vielen er begin jaren negentig jaarlijks nog enkele honderden aidsdoden te betreuren, dan waren het er vorig jaar nog ‘maar’ 27. Volgens Nöstlinger en Kint zouden het er nog minder kunnen zijn, als het stigma niet zo hardnekkig was blijven leven. ITG_black women_0003.jpg

Dood door stigma

“Onlangs hebben we hier nog een overlijden gehad van een Afrikaanse man. Die man is niet overleden aan aids, maar aan het stigma. Hij wist dat hij hiv-positief was, maar heeft de behandeling op een gegeven moment opgegeven, uit angst voor de reactie van zijn omgeving. Die stigmatisering leeft – helaas – nog sterker in de Afrikaanse gemeenschap in ons land. Daar is ook wèl een logische verklaring voor. De band die ze hebben met hun gemeenschap is vaak erg groot. Als ze die band verliezen, hebben ze niks meer. Helaas geldt dat mechanisme nog sterker voor vrouwen dan voor mannen. Zij kunnen hiv gemakkelijker oplopen dan mannen, maar staan in een zwakkere positie om zich tegen hiv te beschermen, bijvoorbeeld door condoomgebruik.”

Dit artikel van Jeroen De Preter verscheen in de De Morgen van 30 november 2013

EXTRA 

Helen_0002.jpgDe situatie van vrouwen met hiv is niet nieuw. In 2008 deden een aantal artsen van het ITG reeds een oproep om er extra aandacht aan te besteden. 

Helen had meer geluk. Maar ook hier blijkt dat mensen uitwijzen de problemen niet oplost, maar erger maakt. Wie papieren krijgt, krijgt hier ook een toekomst.

Met het gespierde uitwijzingsbeleid van Maggy De Block ziet het er niet goed uit voor vrouwen zoals Roos.